How to quantify untapped and unused economic potentials in an economy that may be less resilient after the (next) crisis (Beyond Plan B)?
This essay critically discusses four themes that are increasingly important for local economic development strategies in a globalising and restructuring urban world: (1) agglomeration, urban networks and corridors, (2) clusters and urban specializations, (3) regional competitiveness, and (4) diversifying urban skill economies.
More...
RHINECON
FIlm: Lecture by dr. Ronald Wall on workbook III, Rhinecon
May 2nd 2015
A pdf of the presentation can also be downloaded at the workbook section
"4 Regionen, ein Vergleich"
lecture within the framework of concluding Symposium 'Regions & Projects' of research project Beyond Plan B
comparative analysis of our four partnerregions along the rhine
within the framework of concluding Symposium 'Regions & Projects' of research project Beyond Plan B
The four parterregions discuss the possibilities and topics of stretegic projects
Our four partnerreagions react to statements and discuss commonalities and specificities in their approach and context
within the framework of concluding Symposium 'Regions & Projects' of research project Beyond Plan B
Dr. Reimar Molitor (Region Köln-Bonn) and his colleagues discuss the development of strategic goals for regions
''Deutschland Szenarien'' / Atlas Baukultur
Lecture by Stefan Carsten during Beyond Plan B Symposium in Cologne on 17th of July 2014
''Core and Periphery''
Lecture by Theo Deutinger during Beyond Plan B Symposium in Cologne on 17th of July 2014
''Project Research''
Lecture by Matthias Rottmann during Beyond Plan B Symposium in Cologne on 17th of July 2014
''Economic potentials of the Rhine corridor - myths and realities''
Lecture by Frank van Oort during Beyond Plan B Symposium in Cologne on 17th of July 2014
(S+RO 02/12), H.Thoele & M. Rottmann
Door de huidige crises staan positie, noodzaak en meerwaarde van de ontwerpende discipline onder druk. In Duitsland heeft zich eerder een proces van mariginalisering voltrokken. Kunnen we leren van de buren?
More...Wie als Duitser het recente Nederlandse vakdebat volgt ontkomt bijna niet aan een déjà-vu. Niet alleen zien we nu in Rotterdam en elders de Zwischennutzungen, die we in de jaren negentig in Berlijn en de toen vooral Oost-Duitse krimpgebieden zagen, ook worden naast krimp nu thema’s geagendeerd die in Duitsland tijdens eerdere recessies op de agenda verschenen. In Nederland viert de projectontwikkeling dan nog hoogtij. Maar aan dat succes komt nu een einde; de vastgoedmachine komt krakend tot stilstand. Daarmee verdwijnen ook zekerheiden, verdienmodellen en posities voor ons vak. Tegelijkertijd ontstaan kansen voor herpositionering. Met de ‘Duitse’ agenda lijken echter ook ongemakkelijke ervaringen uit het discours over de positie, noodzaak en meerwaarde van de ontwerpende disciplines geïmporteerd te worden.
Dreigt daarmee ook in Nederland een herhaling van de Duitse weg tot verregaande marginalisering van het vak?
De ruimtelijke disciplines in Nederland staan vanuit twee kanten onder druk. Aan de ‘zachte kant’ zijn er louter esthetische discussies over ‘Mooi Nederland’, ‘ruimtelijke kwaliteit’, ‘bouwcultuur’ en aan de ‘harde kant’ zien we forse bezuinigingen (kennis- en onderwijsinstellingen) en decentralisatie van ruimtelijke ordening. Om tot een korte vergelijking tussen Duitsland en Nederland te komen worden beslissende momenten voor de rol en positie van stedenbouw, ruimtelijke ordening en architectuur van de laatste decennia naast elkaar gezet. De impact van demografische trends, veranderende economische structuren en prioriteiten in milieu-, leefbaarheids- en energievraagstukken leidt tot vergelijkbare overkoepelende thema’s.
’50 en ’60: Wederopbouw
In de jaren vijftig en zestig zijn er in beide landen duidelijk aanwijsbare nationale projecten en collectieve opgaven, zoals: wederopbouw, volkshuisvesting en – in wisselende mate – de opbouw van economische clusters en bijbehorende infrastructuur. De waterveiligheid is een typisch Nederlands project, met de deltawerken maar ook de verdere landwinning voor inwoners en landbouw. West-Duitsland probeert in die tijd haar industrie opnieuw op te bouwen en de bevolking, en daarmee ook kennis en economische clusters, uit de Russische sector in het westen te accommoderen. In 1961 leidt dit tot de scherpste naoorlogse ruimtelijke interventie binnen Europa: de bouw van ‘de muur’.
More...
In order to understand the influence of the Rhine area and the area that influences the Rhine area, it is necessary to investigate its context.
More...In order to understand the influence of the Rhine area and the area that influences the Rhine area, it is necessary to investigate its context. A collective of factors (demographic, cultural, infrastructural, etc.) make the area along the river Rhine to a focus zone within Europe. We try to mistrust this fact as much as possible in order to redefine its current condition.
Europe does not have a clearly defined center or core but one can surely talk about a certain centrality, from a core zone, which is economic, institutional and cultural dominating. In our part of the project Beyond Plan B we go on a quest for Europe’s periphery and core with the help of economic, social-political and cultural parameters.
The current relationship between urbanity and economic growth seems to be easy explained. Where there is a high concentration of people, there is a high concentration of connections which leads to a higher information flow than in less populated areas. A higher information flow is resulting in higher exchange rates and consumption. This advantage of high concentration in a rather small area can’t be competed by other, softer qualities, of less densely populated zones. Thus, according to this theory, high density is good business.
What happens to high density areas can be explained with the core-periphery model which constructs the link between areas of high concentration to areas of low concentration of, inhabitants, trade volumes, infrastructure, etc. The most intriguing part of this model is its scalelessness, thus it is not only applicable to cities but also to villages and social groups as well as to the world at large.
In our study we investigate Europe in the light of the core-periphery model to either prove it or trash it but as starting point it helps us to reorganize this vast atomized space.
full article available as download
